Over het beheer van een eetbaar park.
Sinds 2013 is Beek, een klein Gelders dorpje op fietsafstand van Nijmegen, een voedselpark (0,6 ha) rijker. Vijf vrijwilligers ‘runnen’ hier de boel. En dat kan om dat gemeente Berg en Dal hier de bewoners de ruimte geeft om zelf vorm te geven aan het stukje onbebouwd land, wat voor ‘hun deur’ ligt. Hier kun je nu struinen, spelen, sporten, dieren kijken en dus ook zelf fruit plukken.
Het beheer gaat vrij eenvoudig, vertelt Ruud Jansen (63). Ruud is met 4 andere vrijwilligers verantwoordelijk voor het beheer. Iedereen draagt zijn of haar steentje bij. Van april tot oktober zijn ze elke donderdagavond een uurtje in het park, en er zijn open dagen waarop ze aanwezig zijn en geïnteresseerden graag wat vertellen. Tevens supporten andere educatieve initiatieven, zoals Permacultours. Ze communiceren met elkaar via de mail en zien elkaar elke donderdagavond. Andere vrijwilligers en ouders helpen ook bij het aanleggen van de schooltuintjes. Best wel low profile dus, en naar tevredenheid, vertelt Ruud stralend.
“Low profile dus, en naar tevredenheid.”
-Ruud Jansen (vrijwilliger)-
Het eetbare park is ontworpen volgens een ontwerp van Wouter van Eck, een van de meest toonaangevende voedselbosbouwers in Nederland. Samen met deze vrijwilligers -en heel veel anderen die van heinde en verre kwamen helpen- is het vervolgens aangeplant. Vanuit een gemeentelijke subsidie onderhouden en ontwikkelen de vrijwilligers het park. Hiervoor hebben ze gelukkig geen onnodige bureaucratische dingen hoeven doen, zoals het oprichten van een stichting of een vereniging. Wel zo fijn, dan kan de meeste tijd ook gewoon in het park gestoken worden. Ook de school maakt gebruik van een deel. Kinderen hebben hier van mei tot begin juli hun eigen moestuin. De gemeente haalt af en toe nog de oude dode bomen weg om het relatief ‘open karakter’ van het gebied te bewaren.
Dat ze met veel andere mensen en partijen samenwerken, betekent ook dat ze met elkaar in conclaaf gaan en dat ze met de omwonenden in overleg moeten. Hoewel wij van Permacultours het ons niet kunnen voorstellen, is en was helaas niet iedereen blij met de komst van een voedselpark. Zo hechten een aantal mensen toch echt veel waarde aan het uitzicht op de provinciale weg (of de polder daarachter, daar gaan we dan maar van uit). Doordat zij het zicht ‘open’ willen houden, hebben heggen en heesters geen kans gekregen de boel te beschutten of af te schermen.
In het park wisselt het fruit wat de boeren in deze omgeving vroeger hadden, en exotisch fruit elkaar af. Inmiddels zie je al veel meer vijgenbomen in den lande, ook hier doet ie het goed. En ook de amandelboom doet het goed. Dat wist een jonge jongen die hier oorspronkelijk niet vandaan komt ook al snel. Hij klom in de boom, brak diverse takken af en at de jonge bloesem. Toen hij er op aangesproken werd, bleek dat hij geen woord Nederlands sprak, behalve het woord ‘eten’. De vrijwilligers hebben hier iig wel wat van geleerd… Namelijk dat je jonge bloesems dus prima kunt eten :). Helaas heb je dan later in het jaar geen kans meer op amandelen.
Helaas komt het ook wel eens voor dat bomen helemaal kaal geplukt worden door mensen van verder uit de wijk, voordat degenen die zich met het park bezighouden van de vruchten kunnen genieten. ‘Maar gelukkig staat er zó veel fruit dat er altijd iets overblijft’, zegt Ruud. Hij schudt een keertje aan een boom. Tot onze verbazing hangen hier perziken aan, en valt één van deze zoetsappige vruchten naar beneden. De vijgen moeten nog afrijpen. En over een tijdje kun je ook kweeappels, kweeperen en rozenbottels proberen. Proef Beekse exoten – maar wel ééntje tegelijk hè!
Meer informatie vind je op de facebook-pagina van Voedselpark Beek. Of stuur een email naar Ruud.